vrijdag 31 mei 2013

Dag 46 - Zwerven op z'n Schots

Vandaag opnieuw een kleine 60 km, waarvan het grootste deel over landrovertracks en een groot stuk padloos, wat in de regen en mist behoorlijk zwaar was en eindeloos lang duurde. Door het veen, door riviertjes, monotoon heuvelland, desolaat en weids. In al die uren kom ik vandaag geen mens tegen, ik zie niet eens andere sporen dan die van edelherten en schapen.
Nu staat mijn tentje aan Loch Ascaig en zit ik vanuit m'n slaapzak over het meertje te kijken. De ene keer roept de goudplevier zijn melancholische deuntje (wieh wieh), de andere keer hoor ik het magische gezang van de zwartkeelduiker (om kippenvel van te krijgen, zo mooi). Ondanks een hele dag van miezerregen, schijnt nu toch mooi de zon op het tentje.
Bijzonder van Schotland is, dat hier bij wet is vastgelegd dat je als wandelaar het recht hebt tot wild kamperen (mits in berg, bos of veenterrein) en dat geeft echt de meeste vrijheid. Alles bij je te hebben om willekeurig waar onderweg te stoppen en te zeggen: hier blijf ik vannacht.
Ik geniet er nog even met volle teugen van. En in stilte. Frank en Herschel zijn nog in Lairg op de camping, we zien elkaar overmorgen, op de allerlaatste loopdag naar John O' Groats. Ik kan het nauwelijks geloven, maar het lijkt toch echt te gaan gebeuren: het einde nadert. Nog twee dagen. Bizar en bijzonder, het besef bijna, bijna heel Groot-Brittannië doorkruist te hebben, te voet, over paadjes, door heuvels en bergen... Ik ga er maar eens een nachtje van dromen...

donderdag 30 mei 2013

Dag 45 - Dynamiek van de dag

Bij vertrek uit Ullapool hangt de mist in dikke flarden boven Loch Broom, geen berg te zien en zo blijft het tot 10 uur. Da's op zich niet laat, maar de eerste 5 uur van mijn loopdag staan zo in het teken van gure natte kou. Mijn stemming is ongeveer zoals de mist rondom. Misschien nog 4 dagen tot het laatste stukje land, da's op zich niet veel, maar ik vind het zwaar over de keien en de veenpaden zonder veel zicht en dan voelt 4 dagen heeeel veel. Bovendien, nu dagelijks ruim 60 km wegwerken, dat is hoe dan ook Echt Veel.
Om een uur of half twaalf is mijn wereld 180 graden gedraaid. De zon schijnt, ik heb gore-tex (of wat daar nog van over is) overkleding verwisseld voor shirtje en korte broek en zit onderuit te lurken van een zojuist gezet potje koffie. Er zijn weliswaar geen bergen meer te zien, maar dat is niet langer de schuld van wolken, ik ben gewoon in ander terrein terecht gekomen. Dat is steeds weer bijzonder te ontdekken: al die veranderingen in het landschap die je eigen voeten je laten zien.
Dan tenslotte later op de middag nog een onvermijdelijk stuk weg - vrij stil gelukkig, deze weg ter breedte van een stevig fietspad - hoewel de paar auto's die me op topsnelheid passeren me al snel topchaggerijnig weten te krijgen. Wat heb ik de schurft aan asfalt. Aan automobilisten. Aan John O' Groats, aan... He. Stop. Kijk naar de zon, luister naar de koekoek en zet je blik op Lairg, in dit geval synoniem met oneindig. Tuurlijk verlang ik naar het eind. 62 km tussen Ullapool en Lairg is voor mij een lange dag en 45 dagen een onwaarschijnlijk lange tijd. De reis blijft boeiend want dynamisch en dwingt mij voortdurend tot aanpassen maar zoals het begin en het midden van de reis hun waarde hebben, zo fantastisch is volgens mij ook het eind. Voor vandaag is dat bereikt. Morgen weer een nieuwe dag.

woensdag 29 mei 2013

Dag 44 - excessive sunshine

Vanmorgen heel vroeg: alpengloei achter me op Beinn Eighe en een strakblauwe hemel boven me. Ongekend. Ben ik echt in Schotland?! Het uitzicht van bovenaf op Lochan Fada en de bergen van Fisherfield Forest, ook wel The Great Wilderness genoemd, is adembenemend. Toch kom ik zelfs op de mooiste dag van de wereld geen mens tegen hierboven.
Uitgerekend hier zulk subliem zicht is grandioos want als ik morgen Ullapool voorbij ben en richting noordoosten afbuig, verdwijnen de bergen al snel. Deze hele dag beschouw ik als een grote dikke afscheidszoen, nee een innige omhelzing, tussen mijzelf en de Highlands. Bedankt voor alles, voor je grillen en je grandeur. Nu gaat mijn reis nog even verder, door dit on-waar-schijn-lijk grote land dat zoveel meer mooie, wilde natuur te bieden heeft dan velen in eerste instantie achter Groot-Brittannië zouden zoeken.

dinsdag 28 mei 2013

Dag 43 - Laatste rustdag?

We wandelen (zonder rugzak en hardloopschoenen), kuierend met Herschel op een drafje om ons heen, door het forest van Beinn Eighe Natural Nature Reserve. Een forest bestaat hier langs Loch Maree ook echt uit bomen - je zou zeggen heel normaal voor een forest, maar een blik op de topografische kaarten en je weet wel anders. Forest is hier in de Northwest Highlands de term voor een jachtgebied, een estate. Meestal is daar geen boom meer te bekennen (door klimaatverandering maar zeker vooral ook door grootscheeps omhakken zijn de Highlands overwegend boomloos) maar hier rond Loch Maree zijn nog veel statige oude pijnbomen te vinden. Een heerlijke rustdag. Waarschijnlijk de laatste tot John O' Groats. Tot aan Ullapool leg ik opnieuw (zoals ik vanaf Fort William deed) een eigen route dwars door de bergen, deels padloos via bealachs en lochs. Maar na Ullapool ga ik (overigens ook zelf uitgestippeld) een veel rechtstreekser route kiezen, vaak via landrovertracks (van jachtgebieden). Aan het principe van niet zo snel maar zo mooi mogelijk heb ik zoveel ik kon voldaan, maar het heeft zijn beperkingen want eigenlijk zou je nog verder noorderwestwaarts willen, langs Suilven bij Lochinver, via Benmore Assynt en Cape Wrath. Maar dan komt er nog weer een extra week bij (en eind juli ga ik alweer voor een nieuwe bergwandelgids naar IJsland, dus ik wil nog wel enige tijd thuis zijn...). Ik zit nu op 1700 km. Daar komen dan nog circa 275 km bij vanaf Kinochewe via Ullapool - Lairg - Strath Kildonnan - Strathmorelodge tot Duncansby Head. Dat vind ik mooi genoeg. Gezien wat achter me ligt, is het 'niks', maar elke dag is anders en elke dag begin ik een beetje opnieuw, dat houdt het boeiend.

maandag 27 mei 2013

Dag 42 - Excessive rain

"Excessive rain" meldde het weerbericht voor vandaag toen ik een paar dagen terug even internetbereik had bij een roadcrossing. Dan kan je nog hopen dat je je sneller verplaatst dan de wolken of dat ze ernaast zitten, met mooiweer-voorspellingen is dat namelijk vaak genoeg zo. Laat mij je 1 ding op het hart drukken: bij voorspellingen waarin 'excessive' voorkomt is dat niet zo, dan hebben ze altijd gelijk en dan moeten je alarmbellen gaan rinkelen. Beken veranderen dan namelijk al snel in gevaarlijke bruine stromen, over berghellingen loopt overal een laagje water, overal, dat noemen ze hier surface-runoff. Het zijn de dagen waarop je in je auto de bordjes 'road closed - flooded' tegenkomt. Die bordjes staan bij Bealach Bhearnais niet en wie nog met de tip komt 'joh lekker genieten, hoort er ook bij' weet werkelijk niet waar het over gaat.
Ik had de tent uit voorzorg alvast in een voor zuidenwind beschutte plek gezet (hoewel gisteren prima weer en windstil) want ook waren er 'gusts' voorspeld van 60 mph (al gauw windkracht 8-9). Dat was goed, want rond middernacht begon het weerbericht zichzelf alvast waar te maken. Ik kreeg slechts af en toe een verdwaalde windvlaag en kon de ware buldertrein verderop langs horen denderen, gelukkig, want de combinatie extreme regen en stormwind is niet bepaald ideaal om je slaapzak droog te houden in alleen een buitentent. In de vroege ochtend is het spullen inpakken, alles zoals altijd in waterdichte zakken, loopkleding weer aan, tent afbreken en gaan - ontbijten doe ik al weken lopend (maar dat noem ik uit respect voor de machtige Breakfasts, vooral de Schotse, liever geen ontbijt). Binnen no-time dringt dit soort regen overal in door (net als de eskimo's 20 soorten sneeuw kennen, kennen ze hier zoveel soorten regen) en in je dunne toch al klamme loopkleding betekent dat geen genieten maar continu in beweging blijven om niet onderkoeld te raken. Reken voor de grap maar eens uit wat de gevoelstemperatuur wordt bij 4 graden en beaufort 8. Mijn conditie is inmiddels gelukkig zo goed dat ik urenlang kan blijven rennen/lopen, ik weet dat ik zo redelijk warm kan blijven, ondanks de nattigheid en de afkoeling. (mijn gore-tex loopjack is allang door het intensieve gebruik zo lek als een zeef, ik heb sinds het laatste postpakketje een extra overjack mee, een superdunne die ik hier nooit als enige buitenlaag zou kiezen, maar zo loop ik nu dus letterlijk in twee laags gore-tex.)
Van binnen zing ik zachtjes van de stilte, de eerste uren dat het nog redelijk voelt. Ik denk ook aan straks, dat ik door wil lopen, hoewel je op dit soort dagen uit veiligheidsoverwegingen beter helemaal niet moet willen lopen, maar mijn route is niet moeilijk meer (daarom ben ik gisteren niet in de verleidelijke bothy gebleven, heb de serieuze rivierdoorsteken toen gedaan) en ik weet dat (ik) het kan. Ik wil verder, niet vanwege het eindpunt maar vanwege Kinochewe.
Ik ben op weg naar Kinochewe, naar Frank en Herschel. Naar de teepee. En het allerlaatste postpakketje.
Ik ren door de estates van Achnashellach en van Coulin, fantastisch leeg en ogenschijnlijk wild terrein met vooral op Coulin Estate veel van die oude Caledonian pinetrees, urenlang en ineens, na toch nog wat onverwachte extra rivieren (waarvan de op de kaart ingetekende brug ontbrak) breekt in de middag dan ineens vrij onverwacht de zon door. Ik zie Bhein Eighe, Liathach, Slioch. Al die schitterende rotsbergen van Torridon. Dit is Wester Ross in optima forma en ik ook, want alle nattigheid is droog gewaaid, excessive good want in de middag breekt ineens de zon door. Ook van binnen want ik ben het bordje 'Kinlochewe' nog niet gepasseerd of ik zie Frank en Herschel!

Dag 41 - Song of Silence

Elke dag is anders (al lijken sommige dagen best veel op elkaar) en vandaag staat volledig in het teken van de stilte. Dat plan je niet, dat overkomt je. En als je nog maar net van huis bent, kan je dat misschien overvallen maar nu ik al zoveel dagen buiten in mijn uppie onderweg ben, voelt het eigenlijk prettig, harmonieus.
Eerst is er de mist bovenin bij de pas, waar het pad ontbreekt en ik met kaart en kompas de juiste richting bepaal. In de wolken lopen maakt de bergwereld klein en onvriendelijk maar het waait nu eens helemaal niet (wat een stilte) en dat maakt alles anders. De stilte, dat is ook de roep van de koekoek, in elke glen is er wel eentje tientallen keren zijn eigen naam aan het herhalen. Dat heeft iets vredigs en ook iets herkenbaars, zo klinkt elk nieuw bergdal toch een beetje vertrouwd. Stilte is de rivier die ik doorwaad. Is de helling die ik zonder pad moet traverseren. Is de pauze in de middagzon met een vers gezet bakkie oploskoffie bij het bergbeekje Ann Crom allt. Stilte, zo ontdek ik tot m'n verrassing, is helemaal niet het ontbreken van geluid maar van afleiding. Stilte is met je volle aandacht bij ogenschijnlijk 'niets' zijn. Loch na Leitrach, Loch Calavie, Loch an Laoigh, prachtige rare namen, songteksten op zich. De verlaten bothy Maol-bhuidhe waar ik in afwachting van een potje thee het esbitblokje wel drie keer sneller wil laten branden. Vandaag uitsluitend bergen, tussen de weg bij Cluanie en de volgende zit een kleine 50 km bergterrein. Ik kom niemand tegen, de hele dag niet. Die stilte strekt zich vanuit het landschap uit naar mij van binnen, het is een soort resonantie, een diepe lage grondtoon. Daarom denk ik dat stilte eigenlijk een liedje is. Ritmisch tikken nu de druppels op het tentdoek, een prettige stilte want ik zit droog binnen en had de tent net staan toen het begon. Morgen kan alles weer anders zijn, misschien stormt het wel en is de stilte ver te zoeken. Maar de stiltes van vandaag, in al die variaties, blijven vast wel zachtjes doorzingen.

zaterdag 25 mei 2013

Dag 40 - Het verhaal achter de lege Highlands

Glen Quoich is langgerekt en leeg, zover het oog reikt: veen, rots, rivier. Edelherten, soms een schaap, een enkele wandelaar, meer leven is er niet te zien. Nouja, in sommige glens of baaien kom je nog wat steenhopen tegen, de restanten van vroegere bewoning. Maar overwegend is het leeg in de Highlands van noordwest Schotland. En ik vind dat mooi, mede daarom dwaal ik hier graag. Toch is het schokkend als je dan te horen krijgt dat die mooie dalen niet zozeer leeg dan wel geleegd zijn (mij werd dat jaren terug op Skye door een local verteld, waarna ik erover ben gaan lezen).
De Clearances vormen een niet zo fraai stukje historie waarbij de Highlandbewoners, meestal arme pachtboeren, ook wel crofters genoemd, van hun huis en grond verdreven werden door rijke landlords om plaats te maken voor schapen (die brachten meer geld op). Tussen 1831 en 1832 alleen al zijn 120.000 Highlanders al dan niet met geweld verdreven van hun woonplek. Sommigen kregen de overtocht naar Canada betaald van hun landlord, anderen (die weigerden te vertrekken) zagen hun steenhut letterlijk in rook opgaan.
Hier zo te lopen, door die lege glens met af en toe een ingestortte steenhut, van 'bealach' naar 'bealach' (bergpas), blijft fantastisch maar krijgt een extra dimensie door die wetenschap van wat hier gebeurd is.
En nog altijd is het extreem dun bevolkt, 's winters is hartje Knoydart onbewoond. En Sutherland, nog noordwestelijker van hier, daar woont 7 man per vierkante mile!
"The Highlands were a part of the UK where the reach of the law was physically limited" schrijft Griff Rhys Jones in 'Mountains, exploring Britains high places'. Exact zo voelt het nu nog. Niemand weet precies waar ik ben. Ik ben grotendeels buiten mobielbereik. Om ergens te komen moet ik wel lopen, en snel gaat dat niet, dwars door het veen, door de rivieren, over de bergpassen, langs de edelherten. Dat doet iets met je. Iets onmisbaar waardevols.

Dag 39 - Knoydart's grandeur

Na een dag als gisteren ga je veel zaken opnieuw waarderen en relativeren. Helemaal na een nacht waarin ik me probeerde tot een balletje op te rollen (zoals Herschel dat zo mooi kan) maar ik kon het stukken minder goed en bleef dus ook veel kouder.
Bij vertrek vanmorgen vijf uur was Knoydart nog grauw en regenachtig maar binnen een uur was het alsof de schilder langs geweest was, nee niet die van de buitenmuur maar meer zo'n collega van Bob Ross. Camusrory lag er adembenemend bij, van Loch Nevis was de verf gewoon nog nat. Dit moment was alle struggle van gisteren meer dan waard. En deze dag had nog meer van die momenten. Mam Barisdale. Loch Hourn. Wild, ruig, geen weg, geen gsm-netwerk, soms om te vervloeken zo onbarmhartig en vijandig als Knoydart kan zijn, met zijn steile donkere rotsen en zijn ongenadige hoeveelheden veenprut - maar tegelijk de Highlands in het kwadraat en mooi, zo mooi. Loch Hourn bij blauwe hemel, nou moet je toch ophouden. Ik ken deze mooiste-van-alle-zee-armen alleen bij regen en was toen zelfs al verkocht. Wilde daarom uit pure nostalgie mijn route perse hierlangs leggen. Vandaag is elke stap van de 38 km en 1400 hm een kadootje.

Dag 38 - Knoydart's grillen

Uitleggen kan ik het niet, niet eens aan mezelf, maar elke keer weer bekruipt me aan het eind van een heerlijklange-veelstekorte rustdag dat onrustige fladdergevoel dat dicht in de buurt van angst zit. De avond ervoor al, heel licht, nauwelijks grijpbaar, maar voelbaar genoeg om de avond-voor-weer-een-volgend-loopdeel tot een totaal andere avond te maken dan die waarop-je-morgen-rustdag-hebt. Je zit in een veilige, comfortabele ruimte, mensengeluiden om je heen, eten voor het grijpen. Maar het zijn niet die mensen zelf, ik spreek ze nauwelijks, het is niet die chocolademuffin of het algehele comfort. Het is veel minder tastbaar. Eerder het besef, het volle weten, dat je de ruigte weer in gaat, alleen, stukken onbeschermder. Dat onzekerheid daar troef is en je voortdurend op je hoede moet zijn.
Gek. Ik weet wat ik ga doen, wil dat ook, heb dat nou al zo vaak gedaan, niemand die me ertoe dwingt. Ben daarbuiten in mijn eentje blijer dan in de drukste winkelstraat. Noem die bergwereld zelfs vaak een soort thuis. Heb dit alles enigszins tot routine weten te vormen, want rustdag of niet, om 04.30 uur ben ik steevast wakker, nooit een wekker. En ik weet zelfs zeker dat het heerlijk zal zijn, zometeen weer te rennen, de rugzak om, de vrijheid in. Het vreemdste misschien is dat ik dit alles zo opnieuw zou dromen en bedenken, als je me zou vragen een unieke uitdaging te verzinnen. Maar die momenten voor vertrek...

De regen tikt me wakker. 4 uur, hm, nog een half uur regen-luisteren, dan opbreken (die grote teepee duurt wat langer). De wereld is vannacht veranderd, de sneeuwgrens is ineens tot 500 m gezakt, waardoor alles er gelijk veel heftiger uitziet. Urenlange regen, soms even hagel of natte sneeuw, de dag ziet er niet alleen ruig uit, hij voelt ook zo. Een zitpauze uit de wind lukt niet omdat ik dan te koud wordt (even donsjackje aanschieten kan nu niet, die moet hoe dan ook droog blijven), dus continu blijven lopen. Bovenin Glen Dessarry is het allemachtig ruig. Het smalle kloofachtige dal is een waanzinnig trekgat, ik word soms gewoon achteruit geblazen. De veenprut (dat heet hier pad) heeft mijn voeten zeiknat gemaakt, maar nu zijn de beekdoorsteken (niks brug, dit is de WHW niet) in elk geval makkelijker want ik kan er gewoon doorheen soppen. De rots is spekglad. Niet uitglijden hier, het kan wel eens een week duren eer iemand hier voorbij komt. Het is drie graden op de thermometer maar bij die wind gevoelsmatig ergens ver onder nul. Zwarte rotsen steken aan weerskanten omhoog, met hun besneeuwde toppen waan ik me haast in de Alpen. Tjonge,jonge, je wilde het toch ruig? Dit is Knoydart en jij moest daar perse heen, toch?! Ik voorvoelde het gisteravond zeker. Tijd voor grap of grol is er niet, ik heb het inmiddels hevig koud, mijn voeten voel ik niet goed meer. Dan denk ik nog maar 1 ding: kamp! Ik loop nog een aardige tijd door eer ik eindelijk een enigszins beschutte plek vind die ook nog eens droog genoeg is. Km 57, wat een wonder mag heten op een dag als dit - hoewel, ik ben er wel een klein etmaal voor bezig geweest. En hoe.
Snel de natte bende uit (op een hoopje voor morgenochtend, niet aan denken nu), droge kleren aan, slaapzak in en half liggend brandertje in elkaar vouwen, esbit aansteken, gezuiverd (*) water in de kookmok en even wachten (met de tentflap open want esbit is vreselijk giftig).
*De stukke Steripen heb ik inmiddels vervangen door nog meer gif - Chlorine dioxide pillen, hier gewoon in outdoorzaken te koop; in elk geval superlicht en kan niet stuk!
Thee gedronken, noodles met Bifi gegeten, ik voel me weer goed, warm, meer ontspannen. De tent staat als een huis, ik kan zometeen gaan slapen. Maar bij elke windvlaag luister ik. Slaap ik niet. Want dit is veengrond en daar blijven haringen nu eenmaal minder goed in staan. Dus eigenlijk best wel een instabiel huis. Dat kan scheuren. Misschien. Haast ondenkbaar, maar toch niet onmogelijk. Niet aan denken nu. Of toch wel, ik doe snel nog een rondje haring-checken-scheerlijnen-aanspannen. Okay. Laat het nu in hemelsnaam gewoon maar los, je zit hier niet op de Groenlandse ijskap. He, die kwam ik ook over en daar was het best mooi! Dromen nu. Wegzweven...

woensdag 22 mei 2013

Dag 37 -

Ik moet in mijn arm kninpen. Helemaal in Fort William? Dat vind ik normaal gesproken met de auto al een onmogelijk eind! Maar wat is deze dagen nog normaal...
Een dagje winkelen in Fort William (snel klaar), eten, lezen (in de auto lag een boek, oh, dat mis ik deze weken... Hoewel ik er onderweg geen extra gram voor over heb en die leestijd beter in rennen, fotograferen of slapen kan stoppen) en mijn laatste routedeel nauwkeurig uitwerken. Eerst maak ik nogal een omtrekkende route door Knoydart en Wester Ross (het neusje van de wilde Highland zalm), daarna ga ik rechtstreekser op Duncansby Head af, de meest noordoostelijke landpunt (bij John O' Groats). Vanaf morgen geen dagelijkse pub meer, geen village-store. Waarschijnlijk ook niet alle dagen internetverbinding dus soms zal er een dag niks verschijnen, de volgende dag dan ineens misschien 2 blogs tegelijk.
Morgen loop ik via het verlaten Glen Dessary naar het nog verlatener Camusrory aan Loch Nevis, een fantastisch wilde baai door schitterende bergen omringd, daar is vast geen 3G... "Knoydarts rough bounds are well separated from the so-called Real World, concealed in mists and snowclouds, defended by midges (*) and the mysteries of the ferrytimetable, here the sea creeps into the hills, the hills drop deep into the sea and 8 ft of water a year are transferred from the one side to the other in the shape of rain" - Ronald Turnbull, The book of the bivvy.
* Geen midges voor mij, haha, daarvoor ben ik een paar weken te vroeg en neem van mij aan, dit is met de uiterst mogelijke zorgvuldigheid om overduidelijke redenen exact zo gepland...
Morgen gaat de voetreis verder, de rugzak is weer gevuld met nieuwe kaarten (alles van hier tot aan JOG ligt uitgespreid in de tent, kijk, daarvoor moet je nou een teepee hebben!) en een extra voorraad eten. Dan laat ik auto's, mensen en straten weer achter me. De bergen in. De zee tegemoet (alleen van de 'verkeerde' kust, haha). Te voet ben je langzaam, zelfs al ren je. Te voet reizend, lijk je tegenwoordig haast van een andere planeet. Dat is nergens meer voor nodig, we verplaatsen ons rollend en rijdend, merkte Knippenberg al jaren eerder op. Luxe is het zeker, feitelijk niet langer noodzaak. Maar reizen in het tempo van je eigen benen is juist in een tijd van grote haast wel weer belangrijk. Althans, dat maak ik mezelf wijs.

dinsdag 21 mei 2013

Dag 36 - Dancing on Devils Staircase

Gisteren ergens niet ver na Kings House kamp gemaakt (55 km) en de Devils Staircase voor vandaag bewaard. Eerder is het een Highway to Heaven deze ochtend. Met zo'n 50.000 man die jaarlijks de West Highland Way loopt, is de route best druk te noemen maar in alle vroegte tussen half zes en acht uur is er vooralsnog maar 1 mens te bekennen. En dat terwijl de zon kadootjes over de Three Sisters strooit. De eerste stralen maken het dreigende Glencoe-dal magisch mooi. Ik kan niet dansen, je zou het willen bij zoveel goeds, maar ach, is dit lichte lopen niet ook een soort dansen? En is dansen niet in balans zijn, vrijheid van beweging mogelijk gemaakt door persoonlijke discipline? Even maar, hierboven op Devils Staircase, in het fraaiste ochtendlicht terwijl de rest van de Westhighland-walkers nog slaapt.
Daarna, omlaag naar Kinlochleven en over de saaie rolkeienroute richting Fort William (38 km), dooft het uit. De mooie route, het bijzondere licht, het blije gevoel.
Ik had eigenlijk bovenlangs zullen gaan via de Mamores, maar de sneeuwresten en keihard voorbij zeilende wolken weerhielden me van een urenlange hoge route. Nu ren ik onderlangs naar Fort William, in lichte regen die zomaar weer door zonlicht tussen dikke wolken opgevolgd wordt. Van superblij voel ik me nu gezonken naar melancholisch. Had ik niet toch bovenlangs gemoeten? Die bruine hei, die eindeloze onbeloopbare rot-rol-keien, die suf blatende schapen en die rijen wandelaars als in processie met hun immense rugzakken die mij aankijken of ik zojuist van Mars geland ben.
Wat doe ik hier... Dag 36?! Hoeveel nog? 1490 km inmiddels. Dat wil zeggen (al of nog maar) op driekwart. Nog een kleine 2 weken, schat ik. Pfffffff. Ik mis Frank. Terwijl hij hier vlakbij is, een paar bergen verderop met zijn cursisten, is hij tegelijk oneindig ver, buiten mobielbereik. Rennen naar een rustplek is toegeven aan je vermoeidheid en de emoties volgen naadloos. De duivel en de hemel, ze verdringen elkaar binnen enkele uren. Dat doen die bergen, dat doet dit rennen, dat doet dit buiten-leven. Zo intens. Zo groot ook dat je leert, steeds weer en eindeloos opnieuw, dat Geduld hier met een hoofdletter geschreven wordt.
Fort William. Net zoiets als Keswick: een mijlpaal. Een fijne plaats, vol must-do's als koffie bij Nevisport, neuzen langs de outdoorspullen en tassen vol lekkers (aardbeien, ik droom van aardbeien en frambozen!!!) inslaan bij de Morrisons. Misschien, he ja, misschien zelfs een saunaatje pakken? Hier hou ik morgen zeker een rustdag, dat moet gewoon, ik kan deze plek niet zomaar voorbij! Geen Frank, geen Herschel, maar wel een autosleutel en dus toegang tot de teepee, de kookkrat, de schone-gewone-kleren, de verwencremes en... de Dalwhinnie. Kom op zeg, wie was hier waarom aan het sipsappen met de duivel?! Beter spreken met Mike Cawthorne (Wilderness dreams - The call of Scotland's last wild places): "Beyond the beauty and freedom we found in abundance and the challenges we overcame, there was something else - a quieter resonance that left us dump for words, an undertone which haunted the memory. The experience gave weight to the belief that we could achieve something greater and in doing do might discover a truth of the mountains and ourselves."
Daarop hef ik vanavond, in de teepee op de camping in Glen Nevis, onder de grote Ben (nee, morgen rustdag, trouwens, stond er al meermaals op) maar mooi a wee' bit a' drum!! Want verdorie, ik mag blij zijn dat Knoydart en Wester Ross nog in het vooruitzicht liggen. The best parts yet to come!

maandag 20 mei 2013

Dag 35 - Solitude

Gedwongen rust voelt bepaald anders dan verdiende rust. En toen gisteren in de namiddag de zon doorbrak en ik al uren in mn tentje gelegen had, had ik de grootste moeite om mijn boeltje niet bijeen te pakken en te vertrekken, verder langs die bloedmooie bergen die inmiddels voor het grijpen rondom liggen. Aan mijn voet geen enkel pijntje of verdikking meer. Dit liggen voelde als verspilling, ik wilde weer in beweging zijn, dat is inmiddels routine geworden. Toch was het goed. Een dag/nacht van 15 uur slaap kon geen kwaad en des te gretiger zou ik de volgende dag weer zijn.
En zo geschiedde.
Man, wat is het on-uit-leg-baar fantastisch om weer voorwaarts te gaan, rugzakje om en rennen maar, dat lichte gevoel in benen en buik. Een gezond lijf, alles doet het vooralsnog naar behoren.
De West Highland Way is Groot-Brittannië's populairste langeafstandspad en al staat de Southwest Coast Trail voor mij op 1, de WHW volgt met stip op 2.
Koffie in Tyndrum, thee bij Bridge of Orchy en dan het allermooiste stuk, richting Buachaille Etive Mor, een van de absolute schoonheden hier in Lochaber. Daarna wacht de Devils Staircase.
Oei, oei, het dal van Glencoe. Zo vaak al geweest, altijd anders, altijd bijzonder. Meer nog dan Loch Lomond zijn The Three Sisters reden een traantje weg te pinken. Hier zomaar heen gerend te zijn. Nouja, zomaar nou ook weer niet...
Lange, echt lange voettochten keren je binnenstebuiten en het leuke is, als dat gebeurt dan weet je zeker dat het je gelukt is. Gelukt om datgene wat in eerste instantie ongewoon voelt tot gewoon te maken. Op korte trips lukt me dat niet, die zijn hooguit (hoe waardevol in zichzelf ook) een onderbreking van de dagelijkse gewoonten. Alleen bij wekenlange tochten wordt al dat grote om je heen - de natuur, de stilte en het alleen zijn - uiteindelijk routine.
Dat gaat oneindig veel verder dan eenzaamheid. De Britten hebben daar een veel mooier en beter woord voor, solitude. Dat heeft niks zieligs (zoals eenzaamheid), daar zit de zon in.

zondag 19 mei 2013

Dag 34 - Alice in Wonderland & de Noting-For-Granted Rule

Zingend en huppelend bewoog zij zich door de altijd zonovergoten bergen, problemen waren iets voor zwartkijkers als de mollengravers, nee, zij stevende regelrecht en lichtvoetig op haar doel af dat inmiddels voor het grijpen zo dichtbij lag... Maar zij is Alice en ik ben hier niet in Wonderland. En als ik het al was, dan kwam ik vannacht een wijs konijn tegen dat me influisterde om niks, nooit en nergens, voor 'granted' te nemen. Het is echt niet zo dat als alles goed gaat, dat Dus zo blijft - wees zielsblij met elke keer dat dat Wel zo is maar beschouw, om teleurstellingen te voorkomen maar vooral voor een wat relativerender levensbeschouwing, ondertussen elke nieuwe dag als zodanig. Een nieuwe dag. Met nieuwe kansen, mogelijkheden en... eventueel ook met nieuwe problemen (die er uiteraard zijn om aan te pakken en op te lossen, niet om een potje bij neer te zitten). Ja, ik zei 't al, het was een Erg Wijs konijn.
Gisteren aan het begin van de middag voelde ik ineens lichte pijn in mijn linkervoet, hetzelfde als ik voor mijn rustdag in Keswick rechts had. Zomaar hup, floep, plotseling. Aan het begin van de avond - op weg naar Bein Glas Farm aan het eind van Loch Lomond - passeerde ik Inversnaid waar een hotel was, km 44, eigenlijk niet mijn eindbestemming van deze dag. Het konijn moet de beslissing genomen hebben. Voor ik het wist, had ik een (niet eens dure) kamer en dompelde daar onder in het warmste ligbad ter wereld. De linkervoet bleek zelfs een beetje verdikt (zoiets ontdek je in een klein koud nat tentje niet eens). In Keswick is het rechter-voet-probleem na een rustdag verdwenen om tot nog toe niet meer terug te keren. Dus wandel ik vandaag (ja, inderdaad: wandel) de 10 mooie kilometers naar Bein Glas Farm, zoek een fijn plekje in het gras, prik mijn tentje neer en houd de rest van de dag mijn passen op de plaats. Ik neem liever niets voor 'granted' en ik wil de reis waar ik 34 dagen terug aan begonnen ben, graag afmaken. Heelhuids.
Maar onderweg naar Bein Glas Farm weerhoudt niets mij ervan een lekker bakkie te zetten, zomaar ergens langs de bonnie braes die zelfs in de ochtendmist waanzinnig mooi zijn. En zo voelt zelfs deze dag stiekem toch als Wonderland...

zaterdag 18 mei 2013

Dag 33 - Bonnie, bonnie banks of Loch Lomond

Gisteren 64 km weggewerkt en een illegaal bivak in een privebos gemaakt (geen sporen achtergelaten, moet kunnen). Nu sta ik aan Loch Lomond en voor ik langs diens oostoever via de West Highland Way ga rennen (mooi, zo mooi) eerst even zitten en vieren dat ik hier ben. (Toen ik bij Balmaha langs een zowaar reeds geopende Inn kwam, heb ik het overigens ook al gevierd met een broodje Haggis - het beste alternatief voor BlackPudding plus (ja met een dagelijks verbruik van rond de 4000 tot 6000 kC kun je eindeloos door eten) een Sticky Toffeepudding!)
Ik ben een kleine week achter op mijn nogal optimistisch geplande schema maar dat kan me weinig boeien. Het is zoooo fantastisch om aan de oever van Loch Lomond te zitten, op eigen kracht inmiddels al 1363 km afgelegd, ik kan het nauwelijks geloven. Hoewel, ik voel heus wel dat ik al 33 dagen niet in mn eigen bed lig, om maar iets te noemen... Toch is dat meer een ver-weg-zoet-verlangen dan een groot onmiddellijk gemis. Want op dit moment wil ik echt nergens anders zijn dan hier. Die geur, van frisse berken, van voorjaar, eindelijk van voorjaar. Dit grote meer, die oude bomen. Die weergaloze vrijheid van 's ochtends niet weten waar je 's avonds terecht komt. Het groeiende vertrouwen in eigen kunnen. Ondanks de dreigende hemel (veel regen voorspeld voor vandaag maar dat valt vooralsnog mee). Ik ren, snuif, lach en zing (goed dat niemand het hoort want zoals gewoonlijk is het natuurlijk zo vals als wat). Bonnie, bonnie braes.
Een paar uur later - nog altijd langs Loch Lomonds 30 km lange oostoever. Zeggen dat het wel meevalt met de regen, in Schotland, is natuurlijk de goden verzoeken. Enkele uren klapte het vanmiddag onafgebroken. Reden waarom Ben Lomond geen optie was. En nou is de West Highland Way een vrij eenvoudige (van supergoede paden voorziene) route, je blijkt langs Loch Lomond voorbij Ptarmigan Lodge toch voor een lastiger variant te kunnen kiezen. Een twee voeten smal spoor op en neer langs rotsen, als zeep zo glad in de regen.
Toch schijnt dan ineens na vier uur weer voorzichtig de zon, eerst terwijl het gewoon door regent, maar gaandeweg blijkt het toch droog te worden - en al die tijd loop je daar, ren je waar het kan, en ineens merk je dat je begint op te drogen, net als de rotsen om je heen. Bens en Munros rondom, zonlicht over de goudbruine toppen, sneeuwresten hier en daar, donkerblauwzwarte lucht erboven. Ik ben nog lang, lang niet op het uiterste noordoostpuntje want mijn Highland-route zal lang en zwaar zijn, vermoed ik zo maar eens. Maar dit is waarvoor ik al 33 dagen onderweg ben: dit gevoel van buitenzijn, van onderdompeling, van overgave. Noord(west)waarts dus!

vrijdag 17 mei 2013

Dag 32 - Tunnelvisie

Hoezo "nothin' useful"? Beweerde Huckleberry Finn niet "There ain't no journey that doesn't change you some." Had 'ie mooi gelijk in. Belangrijk van vandaag is tunnelvisie. Zou je bijna krijgen van zoveel rechte vlakke kilometers, langs Union Canal, door een tunnel, langs een heuse kanaallift (The Wheel of Falkirk) en daarna verder langs het Forth&Clyde Canal. In de ochtenduren via Polmont, Redding, Falkirk. Van de 5 miljoen Schotten woont zo'n beetje 80% in deze vlakte. Des te meer reden vandaag maar eens flink wat kilometers te maken, snel naar de Highlands! Aan het weer zal het zeker niet liggen, voor het eerst in 10 dagen ren ik zonder regenjack en -broek en voelt het lekker warm. Het is 12 uur, ik zit op km 40 en tegelijk zit ik aan een broodje Black Pudding (ohh, dat mijn trails naar
John O' Groats hiermee verzadigd mogen zijn...), verkrijgbaar op de betere parkeerplaatsen! (soms kruisen die jaagpaden gelukkig een weg, waarmee mijn kansen op gebakken bloedworst aanzienlijk vergroten.)
Toch zijn die onverharde jaagkades langs de kanaaltjes heerlijk rennen, na de steden van de eerste uren worden ze steeds groener, alle verkeer raast ergens anders voorbij.
Een ietsje tunnelvisie is trouwens helemaal niet zo verkeerd, merk ik in Lennoxtown op inmiddels km 53. De pub schenkt geen thee om 15 uur, het café is dicht en lijkt ook nooit meer open te gaan maar de Co-op heeft gelukkig nog croissants en een rijstpudding (lepel altijd bij de hand hebben, leerde ik al vroeg deze reis), dus kom op, nog maar een paar km's door, dan pak ik kort na Strathblane de West Highland Way op en moet daarna dan ergens een bivakplek vinden...

donderdag 16 mei 2013

Dag 31 - Pentland Hills & Union Canal

Een overwegend zonnige ochtend (alhoewel winters koud met dubbele broek, bivakmuts en wanten) is een groot geschenk. Er gaat beslist wel een bui vallen - later, ergens - maar dan ben ik er misschien alweer voorbij.
Ik raak de tel kwijt van de dagen. Ik loop maar voort, het is alsof er nooit een eind aan komt en op dit moment geeft dat ook niet want het is goed zo. Ik raak leeg vanbinnen, er cirkelen niet voortdurend allerlei gedachten rond in mijn hoofd, het is vaak lange tijd stil en daar kun je - vreemd genoeg - toch vol van raken.
De Pentland Hills liggen zuidwest van Edinburgh. Een mooie rij heuvels, even stil als mijn hoofd. Daardoorheen volg ik een oude 'drove-route' waarover het vee richting de markten gebracht werd, dagenlange reizen op zichzelf.
Dan - onvermijdelijk - is daar de vlakte tussen Edinburgh en Glasgow, vol grote (snel)wegen en bebouwing. Mijn route volgt rivieren en vooral kanalen (Union Canal vandaag, 50 km tot Linlithgow) wat op zich aangenaam rustig en groen is, maar op de lange duur nogal saai. Maar aan mijn horizon gloren heuvels, waarschijnlijk de Campsie Fells, en daarachter ligt Loch Lomond en dan beginnen eindelijk de Echte Bergen!!!
Maar eerst nog even genieten van een laatste teepee-avond met Frank en Herschel. (Zij vertrekken morgen naar Fort William (Frank's cursus) en als alles goed gaat, zien we elkaar daarna weer, dan ben ik Fort William inmiddels gepasseerd, waarschijnlijk wordt het weerzien dan in Kinochewe.)
Altijd zo heerlijk na een hele dag buiten, te voet, onderweg, uiteindelijk languit in de tent te liggen. Voelt zo onnoemelijk goed, die voldoening. Kun je niet uitleggen. John Hillaby probeerde het, een Engelse journalist die in 1968 van zuid naar noord liep (en daarover het boekje 'Journey through Britain' schreef). Op de verbazing van een boer ergens uit de Borders of hij echt ALL the way from Cornwall kwam, knikte Hillaby trots en bedacht welke volzinnen hij zou gebruiken om zijn voettocht uit te leggen, maar de man was hem voor. Hij sprak minachtend: "got nothin' mor' useful t' do, aye?!"

woensdag 15 mei 2013

Dag 30 - Southern Upland Way & het gevaar van stille binnenwegen

Zwaar bewolkt, koude noordenwind maar (en da's het belangrijkste) droog! In alle ochtendvroegte loop ik door mooie heuvels, langs Peat Law (!) en Resolution Point. Die eerste uren van de dag zijn echt bijzonder, zo tussen 5 en7 uur ben je de enige op aarde!
Hillfog bovenop de heuvels maar dat geeft Minch Moor juist extra karakter. De Southern Upland Way is een zeer goede trail en tot Traquir volgt hij voor een groot deel een historische route (Minch Moor Road) waar koning Edward de Eerste nog overheen getrokken is tijdens zijn poging het noordelijke koninkrijk te veroveren. Ik weet niet precies of het nou echt een goed teken is in diens voetsporen te treden, maar het is heerlijk hier onderweg te zijn.
Na Traquir moet ik een stukje over een stil asfaltweggetje en ik weet inmiddels: hoe stiller, hoe linker. Zo'n weg is voor de enkele auto die er wel overheen rijdt, een soort racebaan. Bij de derde passant van achteren gaat het mis. Ik hoor hem naderen, spring in de berm en ren daarover zoals gebruikelijk verder. Dan scheurt het racemonster op werkelijk nog geen een halve meter langs, ik voel de zuigkracht langs me suizen. Uit diepe overtuiging steek ik - barbaar die ik ben - mijn gehandschoende middelvinger omhoog. Waarop de remlichten aan floepen en ik de auto tot mijn schrik achteruit, terug naar mij, zie rijden. Shit, als die z'n gram komt halen... Ter hoogte van mij, draait het raampje open (ik sta aan de linkerkant van de weg dus tussen de chauffeur en mij zit gelukkig nog een lege stoel) en dan zegt de man allervriendelijkst: "Er ya' okay? Thought ya' wer' waving at me?!"

dinsdag 14 mei 2013

Dag 29 - Pas op de plaats

Vandaag eens na 'pas' 4 loopdagen al een rustdag, een fantastische hele dag pas op de plaats rond de teepee met z'n drietjes (nu het nog kan), met koud maar zowaar droog en zonnig weer! Ongelofelijk, mijn voeten zijn nog helemaal heel, na een beginblaartje de eerste week tussen mn tenen (die hersteld is gedurende de tocht, had ik nooit gedacht), geen enkele blaar meer. (ook de beginnende pijn op mn voorvoet, na die lange dag in het Lake District is gelukkig hersteld na de rust in Keswick). De afgelopen dagen kwamen mijn voeten wel zeer verschrompeld en geweekt uit de schoenen (al dat veen), maar op kamp krijgen ze dan weer verzorging (in een lenshoudertje - lekker klein - heb ik Gehwohl eeltcreme mee) en dat werkt. Een rustdag betekent behalve veel extra eten en slapen (ik slaap doorgaans 8 uur, van 21 uur tot 05 uur en dat is eigenlijk even te weinig), ook de route voor de komende dagen doorlopen (waar waarschijnlijk overnachten, waar mogelijk eten inslaan, hoeveel eten mee). Aan kleding en andere uitrusting wijzig ik niets, alles bevalt prima. Alleen schoenen heb ik nu gewisseld voor een paar met zeer grof profiel.
Het is soms bijna niet te geloven, dat dit allemaal echt gebeurt. Dat ik hier op mijn eigen voeten helemaal heen gekomen ben. Nu wil ik me goed opladen voor de laatste series, de kroon-etappes door Knoydart en de NorthwestHighlands komen nog. Bij mooi weer al geen eitje maar bij ruig weer... Niet aan denken nog maar. Eerst de komende week doorstaan & van genieten: via de Southern Upland Way, dan langs jaagpaden de drukte van Glasgow ontwijken en dan via de West Highland Way naar Loch (en Ben) Lomond en uiteindelijk Fort William.

maandag 13 mei 2013

Dag 28 - Eindelijk, Schotland!

Gisteren was ondanks slechts 35 km toch nog zwaar, vanwege de immens vele veenstukken. In een gehucht met de illustere naam Cottonhopeburnfoot, kwam ik vrij uitgeput aan (en doornat van veenprut en regen, geen opwekkende combinatie moet ik zeggen) maar Frank sloeg zijn arm om me heen en Herschel likte mijn gezicht, dus verbazingwekkend snel was ik hersteld (met vers fruit en ander goeds in de teepee).
Vandaag opnieuw meer van hetzelfde - de Pennine Way noem ik intussen oneerbiedig de PeatWay - alleen is de milde regen nu veranderd in een heviger soort, heftige buien maar ook zon erna. Het doet me dan ook geen hartzeer deze muddy 'trail' vanochtend te verlaten. Nergens minder dan op de grens met Schotland. Jawel, op de nok van de Cheviots, hoog boven de Lowlands richting Jedbergh, is daar dan de lang verwachte Magic Border. Ik zal nog een tijdlang de kiezen op elkaar moeten houden want pas vanaf Loch Lomond wordt het echt mooi, maar toch weer een mijlpaal.
Ik zeg het eeuwenoude veen vaarwel - ik weet het, veengebieden zijn uniek en worden steeds zeldzamer, maar straks in de Highlands krijg ik er nog genoeg - dus voor nu is het mooi geweest.
Naar Melrose gaat het vandaag (teepee, camping, vriendjes), eerst kilometers lang over Dere Street, een Romeinse (dus lineaalrechte) weg, mooi onverhard en 40 jaar ouder nog dan Hadrian's Wall (waarmee meteen maar blijkt hoe relatief zo'n noordelijke grens was), in opdracht van Agricola aangelegd, oorspronkelijk helemaal van York tot aan Edinburgh (die Romeinen wisten wel van aanpakken). Vanaf Jedbergh volg ik dan bij windkracht 6-7 de Cuthberts Way en al is het herfstig, koud, nog nauwelijks een blad aan de bomen, ik loop met een vette smile want eindelijk, eindelijk ben ik in Schotland.

zondag 12 mei 2013

Dag 27 - Northumberland National Park & The Cheviots

Gisteren na 52 km aangekomen in Stonehaugh, waar ik op de camping zo onze teepee in kon, die Frank al opgezet had. Zijn kanoweek zit erop en voordat hij een cursus navigatie gaat geven, is er een kleine week samen in het vooruitzicht, dwz we zien elkaar na afloop van mn loopdag, wat dit tot een heel bijzonder weekje zal maken. Ik heb verder wel gewoon alles bij me onderweg, dat is gewoon de manier waarvoor ik gekozen heb. De Cheviots zijn mooie heuvels, weids, veel boerenland en ook erg veel veenprut. 1 paar schoenen heb ik al stukgelopen (dwz het profiel was er compleet af, ik gleed steeds uit in de modder...) Verder is op een kaartentas na, nog alles heel! Ik kijk uit naar morgen, dan passeer ik de Magic Border, de grens met Schotland.