vrijdag 17 mei 2013

Dag 32 - Tunnelvisie

Hoezo "nothin' useful"? Beweerde Huckleberry Finn niet "There ain't no journey that doesn't change you some." Had 'ie mooi gelijk in. Belangrijk van vandaag is tunnelvisie. Zou je bijna krijgen van zoveel rechte vlakke kilometers, langs Union Canal, door een tunnel, langs een heuse kanaallift (The Wheel of Falkirk) en daarna verder langs het Forth&Clyde Canal. In de ochtenduren via Polmont, Redding, Falkirk. Van de 5 miljoen Schotten woont zo'n beetje 80% in deze vlakte. Des te meer reden vandaag maar eens flink wat kilometers te maken, snel naar de Highlands! Aan het weer zal het zeker niet liggen, voor het eerst in 10 dagen ren ik zonder regenjack en -broek en voelt het lekker warm. Het is 12 uur, ik zit op km 40 en tegelijk zit ik aan een broodje Black Pudding (ohh, dat mijn trails naar
John O' Groats hiermee verzadigd mogen zijn...), verkrijgbaar op de betere parkeerplaatsen! (soms kruisen die jaagpaden gelukkig een weg, waarmee mijn kansen op gebakken bloedworst aanzienlijk vergroten.)
Toch zijn die onverharde jaagkades langs de kanaaltjes heerlijk rennen, na de steden van de eerste uren worden ze steeds groener, alle verkeer raast ergens anders voorbij.
Een ietsje tunnelvisie is trouwens helemaal niet zo verkeerd, merk ik in Lennoxtown op inmiddels km 53. De pub schenkt geen thee om 15 uur, het café is dicht en lijkt ook nooit meer open te gaan maar de Co-op heeft gelukkig nog croissants en een rijstpudding (lepel altijd bij de hand hebben, leerde ik al vroeg deze reis), dus kom op, nog maar een paar km's door, dan pak ik kort na Strathblane de West Highland Way op en moet daarna dan ergens een bivakplek vinden...

5 opmerkingen:

Bartoli zei

Hoi Jolanda,

Ik ben benieuwd of het weer in Schotland de komende 9 dagen 'stabiel' blijft. Morgen loop ik in Ijsselstein de halve marathon en hoop niet op een voorspelde 'waterbom' (meteorologische taal voor teveel water in een te korte tijd gevallen). Lig je nog op schema?

gr. hans

Jos Thijs zei

Beste Jolanda,

Zaterdag 18-05 betekent voor mij wat klussen in een doorregende tuin, enkele uren lopen door het natuurpark 'De Hoge Kempen', dat zich quasi vanaf mijn deurdrempel over 70 km ontrolt in Belgisch Limburg. Maar het betekent ook met plezier even tijd maken om je te bedanken voor je dagelijkse blog.

Mijn vrouw vroeg zich de vorige dagen al bezorgd af of ik een vriendin had. Ik kan jouw Frank en mijn Hilde geruststellen: neen en ja. Neen in de betekenis die de meeste mensen geven aan het woord 'vriendin'; Ja, als hiermee een zekere vorm van verbondenheid wordt bedoeld met jou door een loop- en levensfilosofie ingebed in bewondering voor de natuur in beweging. Waarbij je het ene moment deelnemer en een andere keer toeschouwer bent. Elementen die ik duidelijk herken bij jou, wijlen Jan Knippenberg en in zekere zin ook Scott Jurek. Niet dat ik mij met één van deze mensen wil meten, misschien wel aan hun 'natuur-duurlopers'ingesteldheid wil optrekken. '...Hardlopen is meer dan alleen een optelsom van tijd, afstand en spiermassa,...op de een of andere manier heeft het iets met geluk te maken, of met het streven daarnaar,' schreef een zekere J. Linschooten treffend en van harte in 'Eenzame uren'.

Daarom wil je bedanken en ook omdat je elke dag na het lopen in weer en wind nog tijd vrijmaakt om andere mensen - die je al dan niet kent - mee te laten reizen én te genieten van je avonturen. Chapeau! Door openbaar te gaan met je blog en je boeken over je persoonlijke belevenissen, stel je je enerzijds kwetsbaar op (voor al dan niet anonieme lezers), maar getuigt het ontegensprekelijk en meer nog van je kracht, je levenslust en je spontaneïteit. Ik wens je hierin vasthoudendheid toe.

Maar ik ging je bedanken. Ik kan en wil dit niet materieel doen, dus bezorg ik je hierbij een kortverhaal, dat ik schreef naar aanleiding van een tocht met vrienden in Canada tijdens de zomer van 2011. Misschien kan het bij een cup of tea of bakkie koffie als toemaatje een kleine glimlach opwekken. Die glimlach is kosteloos maar des te meer onbetaalbaar, multi-inzetbaar en vaak besmettelijk. Om technische redenen (aantal tekens) stuur ik verhaaltje in drie volgende reacties.

Beste Jolanda, ik wens je nog een plezierige en behouden tocht over de schitterende West Highland Way (die ik in 2007 ook liep met dezelfde drie vrienden).
Samen met heel wat lezers reis ik graag in gedachten verder met je mee.

Your brother in arms (beter gezegd mind :-),


Jos T.

Jos T. zei

‘The bear necessities – Laura en de beer.’

Na pakweg dertien uur vliegen bereikten we Vancouver, het vertrekpunt van onze 21-daagse trektocht door British Columbia en een deeltje van Alberta in Canada. ‘We’ waren vier mannen en evenveel vrouwen, de Belgisch-Canadese begeleidster inbegrepen. Een Ford Club Wagon V8 met Wells Fargo trailer was drie weken onze trouwe metgezel.
Gaby, Luc, Griet, Jos ‘Blanco’, Sigrid, Jo, Laura, Jos ‘Speedy’ op zoek naar avontuur in de Canadese Rockies.

Dit wondermooie deel van Canada ontleent haar fascinerende aantrekkingskracht aan de weidse natuur, tot leven gebracht in bergen, gletsjers, meren, watervallen en uitgestrekte naaldbossen. Verder maken vooral edelherten, elanden en beren het indrukwekkende plaatje compleet. Sommigen willen Pocahontas zien, iedereen wil beren zien, niet enkel zwarte exemplaren, als het even kan zeker ook bruine grizzly beren. We wensen ze graag van dichtbij te zien, maar knuffelen hoeft net niet. Fascinatie vermengd met primaire angst.

Slapen deden we in tenten, eten bereidden we in exuberante hoeveelheden en om beurten, als masterchefs die met peper, zout en ongezien veel kruiden enkele basisingrediënten omtoverden tot eenvoudige maar sublieme gerechten met vooral goesting naar meer. Maaltijden die dubbel zo goed smaakten in de buitenlucht, die al snel zijn helderblauwe kleur en zijn dagelijkse zonnewarmte verloor aan de steeds vroeger oprukkende nachten. Het was tenslotte al eind augustus, begin september; nog net geen indian summer, maar ongetwijfeld de weldadigste laatste zonnige oprisping van een doorregende zomer 2011. De dag afsluiten deden we met een professioneel gestookt kampvuur met af en toe de aromatische geur van kurkdroog en daardoor feilloos brandend cederhout – de kleine jongen opende onder opa’s goedkeurend oog diens sigarenkist en snoof telkens opnieuw eerst de doordringende en bedwelmende geur op van de cederhouten doos, vooraleer hij voorzichtig en met een zekere schroom een van de sigaren met hun aromatische tabaksgeur ontdeed van haar felgekleurd sigarenbandje. Deze keer stond er een oude Cree-indiaan op afgebeeld, die zijn met kwik bezoedeld reservaat had verlaten, op zoek naar verre nog levende bloedverwanten. Niet opstandig maar onverzettelijk vervolgde hij al liftend zijn levensweg. Een paard was niet meer van deze tijd.

Jos T. zei

2.
Een onbewolkte hemel stond niet enkel garant voor fonkelende sterren – de grote en kleine beer perfect zichtbaar - maar liet de invallende kou toe zich uur na uur verder meester te maken van buitententen, binnenzeilen, slaapzakken, lakenzakken uit katoen of zelfs zijde en bereikte tenslotte in klamme omhelzing de vermoeide beenderen, gewrichten en spieren van haar schone slaapsters en slapers, dromers en rustelozen, die de slaap niet konden vatten omdat sommigen heen en weer ritselden, lichtjes snorden, ronkten of onbeschaamd luid snurkten. Ingekapseld en al dan niet gewapend met oordoppen van vloeibare was, lagen onbekenden, vrouwen, mannen, lotgenoten en vrienden op enkele meters van elkaar in een bos, als ware het één groot openluchttheater. Gevangen in een voor hun eigen gemoedsrust veilig gewaande cocon van nylon of dons. ‘Wat kan het leven toch mooi en simpel zijn voor deze ‘vrijetijdssurvivors’ achter hun meervoudige ritssluitingen,’ dacht de zwarte beer bij zijn nachtelijke tocht over het kampeerterrein in Jasper, op zoek naar voedsel en tandpasta en in mindere mate naar warmte en genegenheid. ‘Wie weet stak ook vannacht weer niet al dat lekkers in die verdomde berenkasten,’ vloekte hij binnensmonds. Behoedzaam bereidde hij zijn berenklus voor - A bear has got to do what a bear has got to do.

Na enkele uren kon Laura het niet meer uithouden, gevaar of geen gevaar, wild of geen wild, ze moest en zou het sanitaire blok met een plasbezoekje vereren en daarna stilletjes een lekkere yoghurtreep met zoete chocoladestukjes verorberen. Jonge mensen moeten tenslotte goed eten en genieten is bij wet niet verboden. Ze kreeg Griet, nog slaapdronken, zo ver dat ze die zou volgen. Behoedzaam gingen twee ritssluitingen een na een open, en kwam een rood oplichtende ‘Petzl’ uit de tent geslopen en bewoog zich schichtig richting toiletten. Een tijdje later volgde een tweede hoofdlamp, maar dan naar de toiletten aan de overkant van het terrein.
De beer, die niet van gisteren was, genoot met volle teugen van het bange-mensen-schouwspel. Ook voor hem gold het adagium van ‘brood en spelen’ en dus moest er snel worden gehandeld.

Met een gelukzalig gevoel van opluchting, ja zelfs bevrijdende leegte, sloot Laura de toiletdeur, waste haar handen en diepte die laatste lekkere reep op uit haar Jack Wolfskin anorak. Met begerige lippen en culinaire smakgeluidjes deed ze de reep beetje bij beetje kleiner worden en evenredig groeide haar voldoening. Terwijl het laatste stukje chocolade smolt in haar mond, liep ze haast euforisch terug naar de tent. Ze nam zelfs de moeite niet om haar hoofdlamp opnieuw aan te knippen en inmiddels volledig gefocust op wat er morgenvroeg als het ontbijt zou worden geserveerd, zocht ze op de tast naar haar tent.

Jos T. zei

3.

Hier moest het zijn, de tent stond open, Griet was blijkbaar nog niet terug. Behendig dook Laura de tent in, terwijl ze haar jas over haar hoofd trachtte uit te trekken en plofte daarbij languit neer op haar slaapzak en thermisch matje. Een diep gegrom deed haar verstijven van de schrik. Haar hoofd was nu wel bevrijd van die weerbarstige anorak, maar haar armen zaten nog halverwege de binnenstebuiten gedraaide mouwen. Haar ogen hadden zich nog niet volledig aangepast aan de schimmige duisternis in de tent toen een wollige, donkere gedaante zich met aanzwellend gebrom oprichtte. Laura’s hersenen werden getriggerd om in enkele nanoseconden op volle toeren te werken, maar haar spieren werkten haar hele lichaam met een lethargische weerbarstigheid tegen. Er was geen tijd te verliezen. Wie treuzelt, wordt opgepeuzeld. Met alle kracht die ze in zich hadden, beukten haar gebalde vuisten meermaals in op dit bloeddorstige dier, waarna Laura - met de allure van een sprintkampioen op topsnelheid - de tent liet voor wat ze was en richting Calgary begon te rennen, zonder ook maar één keer om te kijken en zeker niet te stoppen.

In de tent slaakte de West-Duitse rugzaktoerist een kreet van ontzetting, angst en vooral van niet ophoudende pijn in de onderbuik met mannelijke kenmerken. Zijn Deense reisgenote die net als Griet terugkwam van de toiletten, kon hem al van ver en in meerdere toonaarden horen jodelen.
In de aangrenzende tenten droomde Gaby van een volle feestzaal, bulderlachte Luc om de droge humor van een aimabele West-Vlaming, sliep Sigridje onrustig met ellenlange boodschappenlijstjes in haar hand geklemd, draaide Blanco zich nog eens om en verzon Speedy een tekstje voor zijn blog. Eén openstaande tent was leeg.
De imaginaire beer was al lang met een ‘Colgate smile’ en de noorderzon verdwenen. Laura bleef lopen tot ze bij het ochtendgloren de eerste bakkerswinkel bereikte met een immens aanbod van overheerlijke taarten, koekjes en ‘peanutbutter and jelly sandwiches’. Ontbijten was een beregoede reden om te stoppen met lopen en genieten was bij wet nog altijd niet verboden. Canada met vrienden is meer dan de moeite waard.


Met vriendelijke groeten,

Jos Thijs